Mor Osyo

(15 oktober), vroeg vijfde eeuw (?). De zoon van welgestelde ouders; hij verliet huis en vrouw; en ging naar Jeruzalem en de Sinaï, waar hij Mor Dimet ontmoette, met wie hij tien jaar leefde tot deze stierf. Hij bekeerde veel heidenen in Apamea, en bracht in het gebied van Antiochië, Claudia en Nicodemia veel wonderen tot stand. Zijn Griekse tegenhanger is St. Panteleimon.

Mor Aho

(25 januari, 23 april) Er zijn ten minste twee heiligen met deze naam. (1) Een leerling van Mar Awgen – volgens de overlevering de stichter van het kloosterwezen in Mesopotamië, uit de vierde eeuw. Hij stichtte een belangrijk klooster in de buurt van Finik (dicht bij de oostelijke oever van de Tigris, ten noorden van Gozarto/ Cizre).

(2) Een ander Aho leefde op het eind van de zesde eeuw; hij kwam van Resh’aina en werd op twaalfjarige leeftijd leerling van een plaatselijke monnik. Maar in 573 werd hij tijdens een overval van de Perzen gevangengenomen, en werd hij gedwongen soldaat worden in Perzische leger. Hij slaagde er vervolgens in, terug te keren naar het gebied van Nisibis en zijn bestaan als kloosterling weer op te nemen – hij stichtte zelfs een klooster. Hij reisde naar Jeruzalem en Constantinopel, waar hij een relikwie van het kruis wist te verwerven. Tijdens zijn vele missiereizen, wist hij vier dorpen in het gebied van Malayta te bekeren, waar hij ook weer een klooster stichtte. Hij stierf, op hoge leeftijd, op een 25^e januari. (Volgens andere bronnen, leefde hij enige generaties eerder, en stierf hij in 524.