Jeugd
Simaan Makdesi Elyas was geboren in 1936 in Midyat Tur Abdin in het zuidoosten van Turkije. Hij was het jongste kind uit een gezin van zes kinderen. Zijn vader Saliba Makdesi Elyas kwam eveneens uit Midyat. Zijn moeder Farha Beth Toma is geboren in het nabij gelegen dorpje Enhil. Beiden ouders hebben, zoals velen in die tijd, altijd hard moeten werken om hun gezin te kunnen voorzien. Naast het harde werken had ook het Christelijke geloof een centrale plek binnen iedere gezin in Midyat destijds. Het vormde een fundament voor de opvoeding en cultuur binnen de hele gemeenschap. Mede door het standvastig geloof van zijn moeder Farha was hij geïnspireerd en aangemoedigd om priester te worden. Het kwam in Tur Abdin dan ook regelmatig voor dat een van de kinderen uit een gezin zich geheel aan het geloof toewijdde. Simaan zag zich al heel vroeg voortbestemd voor deze rol.
Malfono (leraar)
Al vanaf zijn 7de levensjaar gaat Simaan naar de kerkschool in de Mort Shmuni kerk; een van de vele kerken van Midyat. Daar wordt hij onder begeleiding van khori Ibrahim Beth Hago opgeleid tot leraar van de Syrische/Aramese taal en de kerkelijke liturgie. Khori Ibrahim werd destijds enorm geprezen om zijn kennis van de Syrisch/Aramese liturgie. Dat bleek vooral door de goede voortgang en ontwikkeling van de van de toen 14 jarige Simaan die als misdienaar werd ingewijd en niet veel later als ook als docent mocht dienen. Dat hij talent had voor de Syrische taal (Suryoyo) bleek ook op zijn 16e; hij werd als leraar uitgezonden naar Kamishli in Syrië. Daar geeft hij les aan de leerlingen van de Moeder Godskerk. Ook daar heeft hij zijn vruchten afgeworpen, want van zijn toenmalige leerlingen zijn velen doorgegroeid tot geestelijke leiders in de Syrisch Orthodoxe Kerk.
Op zijn 18de is hij teruggegaan naar Midyat. Hij wordt metgezel van bisschop Mor Iwannis Afrem Bilgic die toentertijd bisschop van Midyat en omgeving was. Met hem reist Simaan door heel Tur Abdin. Hierdoor leert hij de mensen en de verschillende gewoontes van de dorpen kennen. Tot zijn twintigste doceert hij in diverse kerken en kloosters in Midyat de Syrische/Aramese taal en de kerkelijke liturgie. Dit doet hij onder andere in het Mor Hobil/Mor Abrohom klooster en het Mor Gabriel klooster. En de leerlingen die hij kreeg kwamen van alle streken van Tur Abdin.
Op twintig jarige leeftijd wordt hij opgeroepen voor de militaire dienst in Turkije. Hij dient tweeënhalf jaar onder andere in Ankara en doet daar velen levenslessen op. Ten tijde van zijn dienst steekt hij uit boven zijn medesoldaten vanwege zijn goed geletterdheid. Omdat hij meerdere talen en dialecten voluit sprak naast het Aramees, waaronder Turks, Arabisch en Koerdisch, werd hij door velen soldaten gevraagd om namens hun brieven te schrijven richting het thuisfront.
Nadat hij aan zijn militaire plicht heeft voldaan pakt hij meteen de draad weer op in zijn favoriete rol als docent in Enhil (Turkije). Dit doet hij tot zijn 25e. In 1959 keert hij nog even terug naar zijn geboortestad om ook daar les te geven aan de leerlingen van Mor Sharbilkerk in Midyat.
Want wie een goed gebruik maakt van wat hij heeft, zal er nog meer bij krijgen. Meer dan overvloedig. Maar wie niets doet met wat hij heeft, zal zelfs de kleinste verantwoordelijkheid worden afgenomen.
Priesterschap
Mardin
In 1960 wordt hij gevraagd om de ambt van het priesterschap te bekleden. Hij wordt datzelfde jaar nog gewijd tot priester door aartsbisschop Philuxinos Yuhanon Dolabani, in de kerk genaamd de kerk van de Veertig Martelaren in Mardin, Turkije.
Adiyaman
In hetzelfde jaar wordt hij uitgezonden naar Adiyaman, Turkije. Daar dient hij tot 1964 de kerkgemeenschap als priester en leraar. Hij stond daar bekend om het creëren van saamhorigheid tussen de moslims en christenen. Op deze manier heeft hij zijn sporen daar achter gelaten en tot op de dag van vandaag wordt hij geprezen om zijn vreedzame omgang met de gemeenschappen daar.
Syrië
In 1964 dient hij tijdelijk de kerk in Ras al-Ayn, Syrië ten tijde van de familie Al Asfar. Hier heeft hij tevens op verzoek van de gemeenschap een audio opname met Syrische hymnen opgenomen. Het priesterschap in Ras al-Ayn was tijdelijk in afwachting van de bouw van de kerk (Mor Afrem) in Kamishli. De Syrische gelovige in het stadsdeel Al Arbiye besloten een kerk voor kasho Simaan te bouwen. De familie Gallo Shabo heeft toen een stuk grond wat al in hun bezit was, aan de gemeenschap geschonken. De Syrische gemeenschap met ieder zijn bouwkundig talent begon op dit stuk grond een kerk en een reguliere basisschool te bouwen. De bouw van de Mor Afrem kerk was initiatief van kasho Simaan en de Syrische gemeenschap van het stadsdeel Al Arbiye. De bouw van de kerk leidde tot veel vreugde bij de Syrisch Orthodoxe gemeenschap. Die vreugde was zo groot dat alle pas geboren jongens in diezelfde straat werden genoemd naar de heilige van de nieuwe kerk, namelijk Afram. In de periode van 1966 tot en met 1971 dient kasho Simaan de Mor Afrem kerk als priester en leraar in de ruimste zin van het woord. Er waren namelijk tijden dat hij aan 350 leerlingen tegelijk les gaf! En ook hieruit zijn verschillende docenten en geestelijke leiders geboren die voor verrijking hebben gezorgd binnen de Syrisch Orthodoxe kerk van Antiochië.
Libanon
Einde 1971 tot begin 1975 heeft kasho Simaan in Bourj Hammoud Libanon in de Mor Afrem kerk als priester en leraar gediend. Tijdens deze periode emigreerden er veel Syrisch Orthodoxe gezinnen van Syrië naar Libanon. In 1975 keert hij terug naar Kamishli, Syrië, waar hij tot begin 1982 in de Mor Yacoub kerk als priester en leraar diende. In deze periode behoorden circa 850 gezinnen tot zijn Parochianen. Niet alleen Kamishli, maar ook veel van de dorpen rondom Kamishli zoals Demgije, Tartab en Bab Al Hadid vielen onder zijn gezag. Tevens was kasho Simaan prominent lid van de commissie ter bevordering van de dialoog tussen de verschillende religies in deze regio.
Amsterdam
In 1982 vormt kasho Simaan een eigen parochie, de eerste Amsterdamse Syrische orthodoxe kerkgemeenschap. Tot 1986 dient hij als priester en leraar zijn gemeenschap in een tijdelijke katholieke kerk genaamd Boomkerk, aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam. In 1986 heeft de Amsterdamse Syrische parochie onder leiding van kasho Simaan, met zegen van Aartsbisschop Mor Julius Jeshu Cicek, de toenmalige katholieke kerk aangekocht aan de Keizersgracht 220 te Amsterdam en in gebruik genomen als Moeder Godskerk.
In 1993 is de Amsterdamse Syrische parochie door de groei van leden gedwongen om nog een kerk aan te kopen, waardoor de kerkleden in 1993 opgesplitst worden in twee parochiën. Vanaf 1993 tot met 2012 heeft khori Simaan de parochie van Mor Sharbil kerk aan de Burgemeester Eliasstraat 74 te Amsterdam met volle kracht als priester en leraar gediend. Daar wordt hij door de aartsbisschop mor Julius Jeshu Cicek in het jaar 2000 ingewijd als Chorepiskopos (khori). In 2012 mag khori Simaan voor zijn dienstjaren als priester en leraar de medaille genaamd “St. Aphrem The Syrian” van Mor Polycarpus Augin Aydin namens Zijne Heiligheid Patriarch Ignatios Zakka I Iwas in ontvangst nemen. Eind 2012 gaat khori Simaan met Emiraat.
Na een aantal tijdelijke vervangingen voor de Mor Sharbilkerk door oa. raban dayroyo Sait, raban dayroyo Yuhanon en abuna khori Samuel is het stokje definitief doorgegeven aan abuna kashisho Yohanna Lahdo. Een leuk feitje is dat abuna Yohanna ook als priester heeft gediend in de door khori Simaan gebouwde kerk van Mor Aphrem in Kamishli Syrië. En hiermee wederom in zijn voetsporen treedt.
Persoonlijke leven
Op 24 jarige leeftijd trouwt hij met Nazira Jacoub Beth Katoro. Simaan en Nazira
krijgen vijf kinderen, vier zoons en één dochter: Turabdin, Yabil, Menil, Nosil en Nourba. Die op hun beurt weer meerdere kleinkinderen hebben voortgebracht.
Visie, boeken en audio
Al heel vroeg in zijn leven raakte khori Simaan geïnspireerd door kerkvaders als Mor Ephrem, Mor Gregorius Bar Ebroyo en Mor Philuxinos Yuhanon Dolabani. Hun leer, wijsheden en karakter vormden voor khori Simaan de rode draad in zijn leven.
Khori Simaan was in zekere zin ook een man met een duidelijke visie. Die visie gaf hem de drang om dat ook steeds uit te dragen door zijn docentschap. Het stuk van bruggenbouwer zat al heel vroeg in zijn aard en karakter. Hij heeft er altijd naar gestreefd om zowel culturen als talen bij elkaar te brengen. Heel vroeg in zijn leven was hij druk bezig om Christenen en Islamieten bij elkaar te brengen in dialogen. Op latere leeftijd stak hij al zijn energie om het Kthobonoyo (Aramese schrijftaal) dichterbij te brengen richting het Turoyo (huidige Aramese spreektaal). Hiervoor brengt hij in 2004 en in 2007 twee boeken genaamd “Tekso Itonoyo, blizo turoyo” uit met Syrisch Orthodoxe hymnen. Hij vertaalt oude geschriften naar modernere spraak en schrijft de kerkliederen in de spreektaal van de Syrisch Orthodoxe gemeenschap. Hij brengt dit boek zowel in het Aramese schrift als in Latijnse schrift uit. Zijn doel is om de teksten begrijpelijk te maken voor de gehele gemeenschap. In 2009 brengt hij een audio cd met hymnen uit.